Dit document beschrijft een applicatieprofiel, in dit geval Sensoren en Bemonstering (Applicatieprofiel). Dit applicatieprofiel beantwoordt de vraag over hoe het corresponderende domeinmodel in de praktijk kan toegepast worden. Daarbij worden de beperkingen (kardinaliteit, codelijsten) toegelicht en de overeenkomstige (RDF) termen opgelijst.
Samenvatting
Het applicatieprofiel Sensoren en Bemonstering legt uit hoe de terminologie moet gebruikt worden om gegevens uit te wisselen over waarnemingsinstrumenten waarmee Observaties worden uitgevoerd en over de activiteit van het bekomen van representatieve ruimtelijke of fysieke stalen.
Dit applicatieprofiel is gebaseerd op de W3C SSN ontologie en zijn extensies. Het bouwt ook verder op het applicatieprofiel OSLO Observaties en Metingen.Observatie wordt overgenomen van Observaties & Metingen met zijn kenmerken maar Proces (dit is de gebruikteProcedure bij een Observatie) wordt opgesplitst in Sensor (het instrument waarmee de waarneming gebeurt) en Observatieprocedure (de methode waarmee de Observatie gebeurt).
Bemonsteringsobjecten (locatie en Monster) zijn er ook nog maar zijn nu het resultaat van een Bemonstering (een activiteit, net als Observatie) met een Bemonsteraar (het instrument waarmee de Bemonstering gebeurt) en een bemonsteringsProcedure (de methode die gevolgd wordt bij het Bemonsteren).
Observaties kunnen nu ook gegroepeerd worden in een Observatieverzameling evt met opgave vh kenmerk vd Observatie waarop ze gegroepeerd zijn (bv dezelfde locatie of hetzelfde geobserveerdKenmerk).
Sensoren zijn een specialisatie van Systeem, wat toelaat om de kenmerken ve Sensor op te geven bv de resolutie of het meetbereik.
Een Toestel is ook toegevoegd als subklasse van Systeem wat toelaat om een Sensor (dat ook een Systeem is) bijkomend te bekijken als een apparaat (met bv een merknaam of een fabrikant).
Status van dit document
Dit applicatieprofiel heeft status Kandidaat Standaard en werd uitgegeven op 2024-10-01.
Informatie over het gevolgde proces en de beslissingen om tot deze specificatie te komen zijn beschikbaar in het standaardenregister.
Licentie
Deze specificatie van Digitaal Vlaanderen is gepubliceerd onder de "Modellicentie Gratis Hergebruik - v1.0".
Conformiteit
De conformiteit voor applicatieprofielen is hier te vinden.
Overzicht
In dit document wordt correct gebruik van de volgende entiteiten toegelicht:
|
Agent |
Any |
Bemonsteraar |
Bemonstering |
Bemonsteringsobject |
Bemonsteringsobjectverzameling |
Bemonsteringsprocedure |
Boorgat |
Conditie |
Domeinobject |
Doorsnede |
Functie |
Input |
Interval |
Kaarthorizon |
Kenmerktype |
Kwadraat |
LIDARpuntenwolk |
Maat |
Metadata |
Mijn |
Mijnniveau |
Monster |
Monstervoorbereiding |
Object |
Observatie |
Observatiecontext |
Observatieprocedure |
Observatieput |
Observatieverzameling |
Ontsluiting |
Opdracht |
Output |
Overlevingscapaciteit |
Overlevingskenmerk |
Peilpunt |
Platform |
Profiel |
RuimtelijkBemonsteringsobject |
Scene |
Sensor |
Station |
Systeem |
Systeemkenmerk |
Systeemvermogen |
Taak |
Toestel |
Traject |
Traverse |
Werkingsbereik |
Werkingskenmerk |
WettelijkKader |
Zwad |
In dit document worden de volgende datatypes toegelicht:
|
3Dobject |
BenoemdeWaarde |
Bestandsformaat |
Curve |
Dekking |
Dimensie |
Formaat |
Gegevensdrager |
Geometrie |
Herkomst |
Identificator |
Kwaliteitselement |
Locatie |
Moment |
Opmeting |
Periode |
PositioneleNauwkeurigheid |
Punt |
TemporeleEntiteit |
Vlak |
Entiteiten
Agent
- Beschrijving
- Iemand die of iets dat kan handelen of een effect kan teweeg brengen.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Any
- Beschrijving
- Instanties van om het even welk type.
- Gebruik
- Te substitueren door een geschikte klasse of datatype.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Bemonsteraar
- Beschrijving
- Toestel dat wordt gebruikt door een Bemonsteringsprocedure of deze implementeert om één of meer Bemonsteringsobjecten te bekomen.
- Gebruik
- Bv een kogelmolen (om Monsters te breken), een diamantboor, een hamer, een injectienaald, een beeldsensor, een grondboor etc. De Sensor en de Bemonsteraar zijn soms hetzelfde Toestel, zoals in het vb van de beeldsensor. Een Bemonsteraar moet niet per se een fysiek Toestel zijn.
- Subklasse van
- BemonsteringsProces, Systeem
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: implementeert, type, uitgevoerdeBemonstering.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
implementeert
|
Bemonsteringsprocedure | 1..* | Bemonsteringsprocedure die door de Bemonsteraar in praktijk wordt gebracht. | ||
type
|
Bemonsteraartype | 0..* | Aard van de Bemonsteraar. | ||
uitgevoerdeBemonstering
|
Bemonstering | 0..* | Bemonstering die met de Bemonsteraar is uitgevoerd. |
Bemonstering
- Beschrijving
- Handeling waarbij een bepaalde Bemonsteringsprocedure wordt uitgevoerd om één of meer Bemonsteringsobjecten te bekomen of waarbij deze worden bewerkt.
- Gebruik
- Bv het breken van een rotsmonster, het graven van een profielput, het verdelen van een site in kwadranten, bloed trekken bij een patient, een meetpunt opzetten voor bv milieumonitoring, een luchtfoto nemen, een bodemmonster zeven, een deelpopulatie selecteren, een boorkern bemonsteren etc.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: bemonsterdObject, bemonsteringstijdstip, conditie, doel, gebruikteProcedure, opdracht, resultaat, type, uitgevoerdDoor, uitgevoerdMet, wettelijkKader.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
bemonsterdObject
|
Object | 1 | Object dat wordt bemonsterd. | Bv de Persoon waarvan een bloedstaal wordt genomen. | |
bemonsteringstijdstip
|
TemporeleEntiteit | 1 | Moment waarop de Bemonstering werd afgerond. | ||
conditie
|
BenoemdeWaarde | 0..* | Omstandigheden waarin de Bemonstering plaatsvond. | Bv de weersomstandigheden... | |
doel
|
Bemonsteringsdoel | 0..* | Reden waarom de Bemonstering wordt uitgevoerd. | ||
gebruikteProcedure
|
Bemonsteringsprocedure | 0..* | Bemonsteringsprocedure die werd gevolgd bij de Bemonstering. | ||
opdracht
|
Opdracht | 0..* | Opdracht in het kader waarvan de Bemonstering plaatsvindt. | Bv de Opdracht voor een veldonderzoek of voor het uitvoeren van specifieke Metingen of analyses van een Monster. | |
resultaat
|
Bemonsteringsobject | 1..* | Bemonsteringsobject dat bij de Bemonstering werd verkregen. | ||
type
|
Bemonsteringstype | 0..* | Aard van de Bemonstering. | ||
uitgevoerdDoor
|
Agent | 0..* | Agent die de Bemonstering heeft uitgevoerd. | ||
uitgevoerdMet
|
Bemonsteraar | 1 | Bemonsteraar waarmee de Bemonstering is uitgevoerd. | ||
wettelijkKader
|
WettelijkKader | 0..1 | WettelijkKader waarbinnen de Bemonstering plaatsvindt. |
Bemonsteringsobject
- Beschrijving
- Deel van het Object dat men wil observeren en dat representatief is voor dat Object.
- Gebruik
- Het deel waarvan sprake kan fysiek zijn (een Monster) of ruimtelijk (een RuimtelijkBemonsteringsobject). Men observeert een Bemonsteringsobject ipv het werkelijk Object als dat laatste niet in zijn geheel geobserveerd kan worden (bv omdat exhaustieve observatie onpraktisch zou zijn). Het Bemonsteringsobject vormt samen met het Proces dat voor observatie is gebruikt het zgn observatieprotocol. OPGELET: deze klasse is abstract, ze moet gespecialiseerd worden in functie van het applicatiedomein.
- Subklasse van
- Object
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geassocieerdeObservatie, herkomst, identificator, isResultaatVan, parameter, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
geassocieerdeObservatie
|
Observatie | 0..* | Observatie die op het Bemonsteringsobject is uitgevoerd. | ||
herkomst
|
Herkomst | 0..1 | Verwijzing naar de Herkomst van een Bemonsteringsobject. | De Herkomst beschrijf de oorsprong en historiek vh Bemonsteringsobject. Bv de manier van monstername of de werkwijze gevolgd bij een veldonderzoek. | |
identificator
|
Identificator | 1..* | Verwijzing naar de informatie die het Bemonsteringsobject uniek identificeert. | Bv het uniek nummer dat aan een Monster wordt toegekend of het numer van een meetstation. | |
isResultaatVan
|
Bemonstering | 1..* | Verwijzing naar de Bemonstering waarvan dit Bemonsteringsobject het resultaat is. | ||
parameter
|
BenoemdeWaarde | 0..* | Willekeurig gegeven gassocieerd met het Bemonsteringsobject. | Bv een parameter die een aspect van de Bemonstering beschrijft (bv hoogte bij een luchtopname) of een belangrijke omgevingsparameter (bv het waterpeil bij een boring). | |
type
|
Bemonsteringsobjecttype | 0..1 | Aard van het Bemonsteringsobject. |
Bemonsteringsobjectverzameling
- Beschrijving
- Aantal bij elkaar horende Bemonsteringsobjecten.
- Gebruik
- Bv een reeks grondmonsters verzameld in eenzelfde ontsluiting of een set meetstations die deel uitmaken van eenzelfde meetnet.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: lid.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
lid
|
Bemonsteringsobject | 1..* | Bemonsteringsobject dat deel uitmaakt van de verzameling van Bemonsteringsobjecten. |
Bemonsteringsprocedure
- Beschrijving
- Een workflow, protocol, plan, algoritme of berekeningswijze waarin wordt gespecifieerd hoe de Bemonstering moet worden uitgevoerd.
- Gebruik
- De procedure legt uit welke stappen uitgevoerd moeten worden om een reproduceerbaar resultaat te krijgen. Bv hoe boringen moeten plaatsvinden of peilbuizen moeten worden geplaatst of hoe precies bodem- of grondwaterstalen moeten worden genomen of bewerkt. De procedures zijn doorgaans bedoeld om bij meer dan één Bermonstering te worden toegepast.
- Subklasse van
- BemonsteringsProces, Procedure
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geïmplementeerdDoor, input, output, parameter, specificatie, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
geïmplementeerdDoor
|
Bemonsteraar | 0..* | Bemonsteraar waarmee de Bemonsteringsprocedure is of moet worden toegepast. | ||
input
|
Input | 0..* | Verwijzing naar de Input die de procedure vereist. | ||
output
|
Output | 0..* | Verwijzing naar de Output die de Procedure genereert. | ||
parameter
|
BenoemdeWaarde | 0..* | Willekeurig gegeven gassocieerd met de Bemonsteringsprocedure. | Bv een parameter die een aspect van de Bemonsteringsprocedure beschrijft (bv de vereiste hoogte bij een luchtopname) of een noodzakelijke omgevingsparameter (bv het waterpeil bij staalname in een boorgat). | |
specificatie
|
URI | 0..* | Verwijzing naar een document dat de Bemonsteringsprocedure beschrijft. | ||
type
|
Bemonsteringsproceduretype | 0..* | Aard van de Bemonsteringsprocedure. |
Boorgat
- Beschrijving
- Curve ontstaan door het boren van een gat in een vast medium.
- Gebruik
- Laat toe om bv de variatie van een bepaald fenomeen langs die curve te observeren, bv de gelaagdheid van de ondergrond (typisch op basis van de boorkern of stalen daaruit genomen).
- Subklasse van
- Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Conditie
- Beschrijving
- Voorwaarde waaronder een bepaald kenmerk van een Systeem geldig is.
- Gebruik
- Bv de opgegeven Nauwkeurigheid van een Sensor die de windsnelheid meet geldt enkel voor windsnelheden tussen 10 en 60 m/s.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Domeinobject
- Beschrijving
- Object uit de reële wereld dat geen Bemonsteringsobject is.
- Gebruik
- Dit is het werkelijk geobserveerdObject. Als rechtstreeks observeren niet kan observeren we een representatief staal, het zgn Bemonsteringsobject. In dat geval is het Domeinobject het bemonsterdObject. OPMERKING: Deze klasse is louter informatief, in praktijk moet ze gesubstitueerd worden door een klasse uit het domein. Bv in het domein Waterkwaliteit zou het domeinobject een instantie vd klasse Rivier kunnen zijn.
- Subklasse van
- Object
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
type
|
Domeinobjecttype | 0..1 | Aard van het Domeinobject. |
Doorsnede
- Beschrijving
- Denkbeeldig vlak door een Object om de binnenkant ervan te beschrijven.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Functie
- Beschrijving
- De functionaliteit die nodig is zodat het Toestel de Taken waarvoor het ontworpen is kan uitvoeren.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Input
- Beschrijving
- Informatie die door een Procedure wordt gebruikt.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: referentie, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
referentie
|
URI | 0..1 | Verwijzing naar originele Input. | ||
type
|
InputType | 0..1 | Aard van de input. |
Interval
- Beschrijving
- Curve, louter bepaald door zijn twee uiteinden.
- Gebruik
- Tussen die uiteinden gebeuren dan de Observaties, bv een diepte-interval waarin de bodemsamenstelling wordt bestudeerd.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Kaarthorizon
- Beschrijving
- Het oppervlak dat in kaart wordt gebracht.
- Gebruik
- Meestal het aardoppervlak maar kan ook het vlak zijn dat de ondergrond doorsnijdt met het oog op het in kaart brengen ervan.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Kenmerktype
- Beschrijving
- Klasse die kenmerken van instanties van om het even welk type vertegenwoordigt.
- Gebruik
- In de context van Observaties en Metingen is dit een kenmerk van het geobseveerdObject (of van het bemonsterdObject of een onderdeel daarvan) en in principe van alle instanties van dat type geobserveerdObject. Bv Lichaamstemperatuur, Lithologie, ChemischeSamenstelling (resp van een Persoon, een GeologischeEenheid en - meer indirect - van een Monster genomen op een bepaalde plek in een Rivier). Substitueren door een skos:Concept OF een instantie van een equivalente klasse bvb qudt:QuantityKind OF eigen subklasse.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: isGeobserveerdMet.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
isGeobserveerdMet
|
Sensor | 0..* | Het kenmerktype van de gebruikte sensor tijdens de observatie. |
Kwadraat
- Beschrijving
- Meestal vierkant frame gebruikt om een oppervlakte-eenheid te isoleren voor observatie.
- Gebruik
- Typisch gebruikt voor ruimtelijke steekproeven in ecologie/geografie. Bv wordt het aantal organismen geteld binnen het kwadraat om op basis daarvan aannames te doen voor een groter gebied.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
LIDARpuntenwolk
- Beschrijving
- Driedimensionele set van meetpunten verkregen door een actief remote sensing systeem vh type LIDAR.
- Gebruik
- Bv om een 3D-beeld van het terrein op te bouwen en gebouwen, vegetatie etc te detecteren.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsterings3Dobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Maat
- Beschrijving
- Een (af)gemeten hoeveelheid ve bepaalde grootheid, uitgedrukt in een bepaalde eenheid.
- Gebruik
- Implementeren zoals beschreven in ISO19103 of substitueren door een schema.org:QuantitativeValue of qudt:QuantityValue. Waarde en eenheid moeten afzonderlijk worden beschreven, de eenheid dmv een Literal (bvb ucum:ucumunit of iso:UnitOfMeasure.uomIdentifier) of door een qudt:Unit of skos:Concept.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Metadata
- Beschrijving
- Data over data.
- Gebruik
- Observaties kunnen beschouwd worden als gegevens en dus zijn data over Observaties wel degelijk metadata. We beperken ons hier tot beschrijvende metadata, ttz informatie zoals titel, samenvatting, auteur en sleutelwoorden. Dergelijke metadata is in hoofdzaak bedoeld voor identificatie en datacatalogen.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: auteur, beschrijving, bron, datum, dekking, formaat, identificator, medeAuteur, onderwerp, rechten, relatie, taal, titel, type, uitgever.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
auteur
|
Agent | 0..* | Entiteit die in de eerste plaats verantwoordelijk is voor het onstaan van de data. | Bv een persoon, organisatie of service. Typisch gebruiken we de naam vd entiteit om deze aan te duiden. | |
beschrijving
|
LangString | 0..* | Verdere uitleg over de data. | Bv een samenvatting, een inhoudstafel, een grafische voorstelling, vrije tekst. | |
bron
|
URI | 0..* | Andere data waarvan deze data zijn afgeleid. | Volledig of een subset. De andere data worden best dmv een identificator aangeduid. | |
datum
|
TemporeleEntiteit | 0..* | Moment of periode geassocieerd met een gebeurtenis in de levensloop vd data. | Bv het moment waarop de data zijn gecreëerd. | |
dekking
|
Dekking | 0..* | Gebied of periode waarop de data betrekking heeft | Voorbeelden van een gebied: een jurisdictie of adminstratieve eenheid of een plaatsnaam of coördinaten. Voorbeelden van een periode: een benoemd tijdperk of datum of datumbereik. | |
formaat
|
Formaat | 0..* | Het bestandsformaat, fysiek medium of de dimensies van de data. | ||
identificator
|
Identificator | 0..* | Unieke referentie naar de data. | Onder uniek verstaan we: uniek binnen een bepaalde context. In praktijk een string die voldoet aan één of ander identificatiesysteem. | |
medeAuteur
|
Agent | 0..* | Entiteit die tot de data heeft bijgedragen. | Typisch de naam vd persoon, organisatie of service. | |
onderwerp
|
URI | 0..* | Waarover de data gaat. | Typisch aangeduid dmv sleutelwoorden of classificatiecodes. | |
rechten
|
URI | 0..* | Informatie over de rechten inherent of van toepassing op de data. | Bv intellectuele rechten. | |
relatie
|
URI | 0..* | Andere data waarmee deze data geassocieerd zijn. | ||
taal
|
Taalcode | 0..* | Taal waarin de data zijn gesteld. | Link | |
titel
|
LangString | 0..* | Naam gegeven aan de data. | ||
type
|
Informatietype | 0..* | Aard van de data. | ||
uitgever
|
Agent | 0..* | Entiteit verantwoordelijk voor het publiek maken van de data. | Typisch de naam vd persoon, organisatie of service. |
Mijn
- Beschrijving
- Plaats onder de grond waar delfstoffen worden gewonnen.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsterings3Dobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Mijnniveau
- Beschrijving
- Horizontaal uitegraven mijngang.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Monster
- Beschrijving
- Fysiek staal genomen van een object.
- Gebruik
- Bedoeld om ex situ te worden geobserveerd, bv in een labo, omdat de vereiste meetaparatuur niet ter plaatse kan worden gebracht of omdat het werkelijk te observeren Object niet kan worden verplaatst of niet rechtstreeks bereikbaar is.
- Subklasse van
- Bemonsteringsobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: bemonsteringsmethode, bemonsteringsplaats, bemonsteringstijdstip, grootte, huidigeLocatie, materiaalklasse, monstertype.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
bemonsteringsmethode
|
BemonsteringsProces | 1 | Manier waarop het Monster is verkregen uit het bemonsterd Object. | Dit attribuut is overbodig als de Bemonstering waarmee het Monster tot stand kwam wordt meegegeven. Zie het AP Sensoren en Bemonstering | |
bemonsteringsplaats
|
Geometrie | 0..1 | Locatie waar het Monster werd genomen. | Dit attribuut is overbodig als met het Monster een Bemonsteringsobject geassocieerd is dat ondubbelzinnig de locatie aanduidt, bv het meetstation waar het Monster is genomen. Is de locatie van dat Bemonsteringsobject niet eenduidig dan kan met dit attribuut de relatieve locatie tov dat object worden beschreven, bv de locatie binnen de Ontsluiting (RuimtelijkBemonsteringsobject) of de plaats in de boorkern (zelf een Monster) waar het Monster werd genomen. | |
bemonsteringstijdstip
|
TemporeleEntiteit | 1 | Tijdstip waarop het monster werd verkregen uit het bemonsterdObject. | Dit attribuut is overbodig als de Bemonstering waarmee het Monster tot stand kwam wordt meegegeven. Zie het AP Sensoren en Bemonstering | |
grootte
|
Maat | 0..1 | Fysieke omvang van het Monster. | Bv lengte, massa, volume etc al naargelang de aard vh Monster. | |
huidigeLocatie
|
Locatie | 0..1 | Locatie vh Monster. | Typisch de plek waar het monster wordt bewaard (evt tot op het niveau van de plank of lade in het magazijn). | |
materiaalklasse
|
Materiaalklasse | 1 | Aard van het materiaal waaruit het Monster bestaat. | Volgens een basisclassificatie, bv bodem, water, steen, vloeibaar, vloeistof, stof, plantaardig, voedsel. | |
monstertype
|
Monstertype | 0..1 | Vorm waarin het Monster werd bekomen; | Bv boorkern, oplossing, pulp, schijf etc. |
Monstervoorbereiding
- Beschrijving
- Het prepareren van een Monster voorafgaand aan de Observatie.
- Gebruik
- Deze klasse is overbodig als de Bemonstering waarmee het Monster tot stand kwam wordt meegegeven. Zie het AP Sensoren en Bemonstering
- Subklasse van
- Bemonstering
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: procesoperator, tijdstip.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
procesoperator
|
Agent | 0..1 | Agent die de voorbereiding uitvoert. | ||
tijdstip
|
TemporeleEntiteit | 1 | Moment waarop de voorbereiding gebeurt. |
Object
- Beschrijving
- Klasse die instanties van om het even welk type vertegenwoordigt.
- Gebruik
- In de context van Observaties en Metingen is dit het geobserveerdObject waarvan een kenmerk wordt geobserveerd. Het geobserveerdObject kan ook een Object zijn dat de werkelijkheid bemonstert (subklasse Bemonsteringsobject). OPGELET: deze klasse is abstract, ze moet gespecialiseerd worden in functie van het applicatiedomein.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: waardeverschaffer.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
waardeverschaffer
|
Observatie | 0..* | Observaties die op het Object gebeuren. |
Observatie
- Beschrijving
- Het vaststellen van de waarde van een bepaald kenmerk van een Object op een bepaald tijdstip of tussen twee tijdstippen.
- Gebruik
- Het gaat om schattingen van de waarde, maw op de waarde zit een zekere foutmarge. Voorbeelden zijn temperatuur, klasse, kleur. Dit is verschillend van waarden die zijn toegekend en dus geen schattingen zijn zoals naam of prijs.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: fenomeentijd, geassocieerdeObservatie, gebruikteProcedure, geldigeTijd, geobserveerdKenmerk, geobserveerdObject, identificator, metadata, opdracht, parameter, resultaat, resultaatkwaliteit, resultaattijd, type, uitgevoerdDoor, uitgevoerdMetSensor.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
fenomeentijd
|
TemporeleEntiteit | 1 | Het moment waarop het resultaat van de Observatie van toepassing was. | Typisch het moment waarop geobserveerd of bemonsterd werd. Als de Observatie temporeel is en het moment waarop iets plaatsvindt wordt geregistreerd dan is dit meteen ook de fenomeentijd. | |
geassocieerdeObservatie
|
Observatie | 0..* | Observaties waarvan de resultaten op een of andere manier samenhangen. | Het gaat om samenhang die van belang is om het resultaat van individuele Observaties te begrijpen, bv biotische relaties (dier A is roofdier en is aanwezig omdat dier B prooi voorkomt). Dergelijke relaties vereisen expliciet te worden beschreven (in tegenstelling tot relaties zoals het samenvallen van resultaten van Observaties in ruimte of tijd die impliciet mogen blijven). Ook nuttig voor relaties waarbij de output van Observatie A de input vormt voor Observatie B. | |
gebruikteProcedure
|
Observatieprocedure | 0..* | De gebruikte procedure van de observatie. | ||
geldigeTijd
|
Periode | 0..1 | Periode waarvoor het resultaat van de Observatie geldt. | Bv nuttig voor weersvoorspellingen. | |
geobserveerdKenmerk
|
Kenmerktype | 1 | Kenmerk dat men observeert vh geobserveerdObject. | Kan een proxy zijn vh kenmerk dat men werkelijk wil observeren, bvb kleurreflectie op het aardoppervlak als subsituut voopr vegetatie. CONSTRAINT: Het geobserveerdKenmerk moet werkelijk een kenmerk zijn van het geobserveerdObject of van een (onder)deel ervan. Bv de zuurtegraad van een Bron is eigenlijk de zuurtegraad van het Waterlichaam van de Aquifer die door de Bron is aangeboord. | |
geobserveerdObject
|
Object | 1 | Object dat men observeert. | Dat kan het Object zelf zijn of een proxy ervan, ttz een Bemonsteringsobject. OPMERKING: In dat laatste geval weet men soms pas na het observeren welke real-world Objecten men juist geobserveerd heeft. | |
identificator
|
Identificator | 0..* | De persoon of het ding dat dient om de observatie vast te stellen. | ||
metadata
|
Metadata | 0..1 | Verwijzing naar Metadata over de Observatie. | ||
opdracht
|
Opdracht | 0..* | Opdracht in het kader waarvan de Observatie plaatsvindt. | Bv de Opdracht voor een veldonderzoek of voor het uitvoeren van specifieke Metingen of analyses van een Monster. | |
parameter
|
BenoemdeWaarde | 0..* | Willekeurig gegeven gassocieerd met het gebeuren van de Observatie. | Het gaat hier niet om kenmerken van het geobserveerdObject (die worden al beschreven door het geobserveerdKenmerk) of om parameters geassocieerd met het observatieproces (zoals een instelling van een instrument). Het gaat hier bv om omgevingsparameters die het resultaat kunnen beïnvloeden en van belang zijn om het resultaat correct te interpreteren. Een voorbeeld is de diepte in een waterput waarop de waterkwaliteit is gemeten of de omgevingstemperatuur bij het meten van de vochtigheidsgraad. | |
resultaat
|
Any | 1 | De waarde van het geobserveerdeKenmerk als resultaat van de Observatie. | Het resultaat kan van om het even welk type zijn aangezien om het even welk Kenmerk van om het even welk type Object kan worden geobserveerd. CONSTRAINT: Het type van het resultaat van de Observatie moet kloppen met het geobserveerdKenmerk en de verkregen waarde moet binnen het bereik vallen van het geobserveerdKenmerk. | |
resultaatkwaliteit
|
Kwaliteitselement | 0..* | Mate waarin het resultaat van de Observatie voldoet aan de vereisten of verwachtingen. | Het gaat hier om gegevens die eigen zijn aan de Observatie en complementair aan de beschrijving van de procedure die bij de Observatie is gevolgd (analysemethode edm, zie klasse Proces) wat op zich ook al iets zegt over de kwaliteit van het resultaat. | |
resultaattijd
|
Moment | 1 | Tijdstip waarop het resultaat van de Observatie werd bekomen. | Is voor sommige Observaties gelijk aan de fenomeentijd maar kan ook verschillen, bv bij het uitvoeren van een analyse op een Monster dat eerder (en doorgaans dan ook eders) werd genomen of bij sensormetingen die pas later worden verwerkt. Ook bruikbaar om herhaalde Observaties bv op eenzelfde Monster uiteen te houden. Is het resultaat een voorspelling dan is de fenomeentijd het moment waarop deze van toepassing zou moeten zijn. | |
type
|
Observatietype | 0..* | Het type van observatie. | ||
uitgevoerdDoor
|
Agent | 0..* | Agent die de Observatie heeft uitgevoerd. | ||
uitgevoerdMetSensor
|
Sensor | 1 | Sensor waarmee de Observatie is uitgevoerd. |
Observatiecontext
- Beschrijving
- Verdere beschrijving van de samenhang tussen twee Observaties.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: Observatie (source), Observatie (target), rol.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
Observatie (source)
|
Observatie | 1 | Referentie naar verbonden klasse. | ||
Observatie (target)
|
Observatie | 1 | Referentie naar verbonden klasse. | ||
rol
|
Observatiecontexttype | 1 | Aard van de samenhang. | Bv Observatie A "isInputVoor" Observatie B, Observatie A "verklaart" het resultaat van Observatie B. |
Observatieprocedure
- Beschrijving
- Een workflow, protocol, plan, algoritme of berekeningswijze waarin wordt gespecifieerd hoe een Observatie moet worden uitgevoerd.
- Gebruik
- De procedure legt uit welke stappen uitgevoerd moeten worden om een reproduceerbaar resultaat te krijgen. Bv de correcte plaatsing van een windmeter (op een welbepaalde hoogte boven het grondoppervlak, bv 10m voor meteorologische waarnemingen). De procedures zijn doorgaans bedoeld om bij meer dan één Bermonstering te worden toegepast.
- Subklasse van
- Proces, Procedure
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geïmplementeerdMet, input, output, parameter, specificatie, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
geïmplementeerdMet
|
Sensor | 0..* | Sensor waarmee de Observatieprocedure is of moet worden uitgevoerd. | ||
input
|
Input | 0..* | Verwijzing naar de Input die de procedure vereist. | ||
output
|
Output | 0..* | Verwijzing naar de Output die de Procedure genereert. | ||
parameter
|
BenoemdeWaarde | 0..* | Willekeurig gegeven gassocieerd met de Observatieprocedure. | Bv een parameter die een aspect van de Observatieprocedure beschrijft (bv de vereiste hoogte voor het observeren van windsnelheid) of een noodzakelijke omgevingsparameter (bv temperatuurbereik waarbinnen een labo-analyse moet plaatsvinden). | |
specificatie
|
URI | 0..* | Verwijzing naar een document dat de Observatieprocedure beschrijft. | ||
type
|
Observatieproceduretype | 0..* | Aard van de Observatieprocedure. |
Observatieput
- Beschrijving
- Put of gat gegraven of geboord in een vast medium om de binnenkant te bestuderen.
- Gebruik
- Bv bedoeld om een rotsformatie of aquifer te observeren hetzij door het nemen van Monsters, hetzij voor in-situ Observaties door peiling met intrumenten.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Observatieverzameling
- Beschrijving
- Collectie van Observaties met dezelfde kenmerken.
- Gebruik
- Bv Observaties die op hetzelfde tijdstip plaatsvonden of hetzelfde Object observeren of door dezelfde sensor zijn gemaakt.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: fenomeentijd, gebruikteProcedure, geobserveerdKenmerk, geobserveerdObject, heeftLid, metadata, parameter, resultaattijd, uitgevoerdMetsensor.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
fenomeentijd
|
TemporeleEntiteit | 0..1 | De fenomeentijd vd Observaties. | ||
gebruikteProcedure
|
Observatieprocedure | 0..1 | De Procedure die de Observaties gebruikten. | ||
geobserveerdKenmerk
|
Kenmerktype | 0..1 | Het Kenmerk dat de Observaties observeerden. | ||
geobserveerdObject
|
Object | 0..1 | Het Object dat werd geobserveerd. | ||
heeftLid
|
Observatie | 1..* | Observatie die deel uitmaakt van de collectie. | ||
metadata
|
Metadata | 0..1 | Metadata die de collectie beschrijft. | ||
parameter
|
BenoemdeWaarde | 0..1 | Parameter van de Observaties in de collectie. | ||
resultaattijd
|
DateTime | 0..1 | De resultaattijd van de Observaties. | ||
uitgevoerdMetsensor
|
Sensor | 0..1 | De sensor waarmee de Observaties in de collectie zijn uitgevoerd. |
Ontsluiting
- Beschrijving
- Plaats waar aardlagen tevoorschijn komen.
- Gebruik
- Bv in open mijnbouw of bij grondwerken of op natuurlijke wijze. Laat toe om bv afzettingen of bedrock te analyseren die elders ontoegankelijk is.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Opdracht
- Beschrijving
- Toegewezen taak.
- Gebruik
- In deze context de taak om Observaties of Bemonsteringen uit te voeren.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Output
- Beschrijving
- Informatie die door een Procedure wordt gegenereerd.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: referentie, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
referentie
|
URI | 0..1 | Verwijzing naar originele Output. | ||
type
|
OutputType | 0..1 | Aard van de Output. |
Overlevingscapaciteit
- Beschrijving
- Levensduur ve Systeem.
- Gebruik
- Slaat op de levensduur vh Systeem als geheel of van cruciale delen ervan zoals de batterij en de Condities waaronder die kenmerken gelden. Bv de batterij van het systeem gaat 3 weken mee alvorens ze opnieuw moet worden opgeladen op voorwaarde dat de temperatuur tussen -5 en +35 graden ligt.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: conditie, kenmerk.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
conditie
|
Conditie | 1..* | Voorwaarde waaronder de opgegeven levensduur geldt. | ||
kenmerk
|
Overlevingskenmerk | 1 | Aspect van de Overlevingscapaciteit dat wordt beschouwd. |
Overlevingskenmerk
- Beschrijving
- Aspect van het Systeem dat zijn levensduur bepaalt.
- Gebruik
- Bv de levensduur van de batterij.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Peilpunt
- Beschrijving
- Punt van waaruit een diepte- of hoogtemeting vanop afstand gebeurt.
- Gebruik
- Bv dmv een dieptelood, radar, sonar etc.
- Subklasse van
- Bemonsteringspunt, RuimtelijkBemonsteringsobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Platform
- Beschrijving
- Entiteit die fungeert als basis voor andere Entiteiten.
- Gebruik
- In deze context zijn deze andere entiteiten typisch Sensoren, Bemonsteraars of Actuators. Voorbeelden van Platformen zijn palen, boeien, voertuigen, schepen, vliegtuigen, gsm's en zelfs mensen en dieren.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: hostVan, type.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
hostVan
|
Systeem | 0..* | Systeem dat door het Platform wordt gehost. | ||
type
|
Platformtype | 1 | Aard vh Platform. |
Profiel
- Beschrijving
- Curve waarlangs een continu variërend fenomeen wordt beschreven.
- Gebruik
- Bv het observeren van de samenstelling vd bodem, lithologie van de ondergrond etc.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
RuimtelijkBemonsteringsobject
- Beschrijving
- Ruimtelijk begrensd deel van het Object dat men observeert en dat representatief wordt geacht voor dat Object.
- Gebruik
- Wordt gebruikt als het geobserveerd Object een zekere omvang heeft waardoor het niet in zijn geheel geobserveerd kan worden. Afhankelijk van de toegankelijkheid van het Object en de aard van de variatie van het geobserveerd Kenmerk binnen het Object, wordt gekozen voor een RuimtelijkBemonsteringsobject in 1, 2 of 3 dimensies.
- Subklasse van
- Bemonsteringsobject
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: gehostPlatform, geometrie, positioneleNauwkeurigheid.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
gehostPlatform
|
Proces | 0..* | Procedure die of instrument dat in of op het RuimtelijkBemonsteringsobject is geïnstalleerd. | Bv een Procedure vh type "MonitoringWaterkwaliteit" die doorlopend in een meetstation wordt uitgevoerd of een Toestel vh type "Windmeter" dat daar is geïnstalleerd. | |
geometrie
|
Geometrie | 1 | Geometrie van het RuimtelijkBemonsteringsobject. | ||
positioneleNauwkeurigheid
|
PositioneleNauwkeurigheid | 0..2 | Nauwkeurigheid waarmee de geometrie is bepaald. | Kardinaliteit is maximaal 2 opdat zowel horizontale als verticale positionele nauwkeurigheid zou kunnen worden opgegeven. Bv voor de horizontale nauwkeurigheid ve Bemonsteringspunt: straal vd cirkel rond het gemeten punt waarin met 90% zekerheid de werkelijke positie ligt. |
Scene
- Beschrijving
- Doorgaans rechthoekig vlak dat een beeld omvat.
- Gebruik
- Bv het vlak begrensd door een luchtfoto of satellietbeeld. Typisch onderdeel van een aaneensluitende set die het aardoppervlak bedekt.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Sensor
- Beschrijving
- Toestel of Agent (incl Personen of software) waarmee Observaties gemaakt worden.
- Gebruik
- Sensoren genereren een resultaat op basis van een Stimulus, ttz een verandering in de omgeving, of op basis van resultaten van andere Observaties. Ze worden typisch gehost door een Platform. Voorbeelden zijn snelheidsmeters, gyroscopen, barometers, magnetometers gemonteerd op een smart phone. Ook bv het menselijk oog kan beschouwd worden als een Sensor.
- Subklasse van
- Systeem, Proces
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: implementeert, observeert, uitgevoerdeObservatie.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
implementeert
|
Observatieprocedure | 1 | Observatieprocedure die door de Sensor wordt toegepast. | ||
observeert
|
Kenmerktype | 1..* | Kenmerk dat door de Sensor wordt geobserveerd. | ||
uitgevoerdeObservatie
|
Observatie | 0..* | Observatie die met de Sensor is uitrgevoerd. |
Station
- Beschrijving
- Vaste puntlocatie waar Observaties worden gemaakt.
- Gebruik
- Dit gebeurt typisch doorlopend of op regelmatige tijdstippen, bv een weerstation.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringspunt
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Systeem
- Beschrijving
- Samenhangend geheel van componenten die samen één of meer functies vervullen.
- Gebruik
- Deze componenten kunnen Systemen op zich zijn. In deze context zijn het Systemen die een Observatieprocedure realiseren (typisch een Sensor) of waarmee een Bemonsteringsprocedure wordt uitgevoerd (bv een Boorinstallatie).
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: capaciteit, gehostDoor, overlevingsbereik, type, werkingsbereik.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
capaciteit
|
Systeemvermogen | 0..* | Capaciteit vh Systeem. | ||
gehostDoor
|
Platform | 0..* | Platform waarop het Systeem gehost wordt. | ||
overlevingsbereik
|
Overlevingscapaciteit | 0..* | Levensduur vh Systeem. | ||
type
|
Systeemtype | 0..* | Aard vh Systeem. | ||
werkingsbereik
|
Werkingsbereik | 0..* | Werking vh Systeem. |
Systeemkenmerk
- Beschrijving
- Capaciteit ve Systeem.
- Gebruik
- Bv Meetbereik, Nauwkeurigheid, Resolutie etc.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Systeemvermogen
- Beschrijving
- Capaciteiten ve Systeem.
- Gebruik
- Slaat op zaken als Meetbereik, Nauwkeurigheid, Afwijking, Resolutie, Responstijd etc. en de eventuele Condities waaronder die specificaties gelden, bv een Nauwkerigheid van 1mm is gegarandeerd voor afstanden onder de 100meter.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: conditie, kenmerk.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
conditie
|
Conditie | 1..* | Voorwaarde waaronder de opgegeven capaciteit geldt. | ||
kenmerk
|
Systeemkenmerk | 1 | Aspect van het Systeemvermogen dat wordt beschouwd. |
Taak
- Beschrijving
- Doel waarvoor het Toestel is ontworpen (vanuit gebruikersoogpunt).
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Toestel
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
fabrikant
|
LangString | 0..1 | Naam van de fabrikant. | ||
functie
|
Functie | 1..* | Functie die het Toestel kan uitvoeren met het oog op het uitvoeren van een taak. | ||
model
|
LangString | 0..1 | Naam vh model vh Toestel. | ||
taak
|
Taak | 1..* | Taak die met het Toestel kan worden uitgevoerd waarvoor het Toestel ontworpen is. |
Traject
- Beschrijving
- Bemonsteringscurve die opeenvolgend uitgevoerde Observaties verbindt.
- Gebruik
- Bv omdat de Sensor op een bewegend Platform gemonteerd is, bv op een schip. Opeenvolgende Metingen komen daardoor ruimtelijk uiteen te liggen afhankelijk van de snelheid waarmee het traject wordt afgelegd.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Traverse
- Beschrijving
- Curve ontstaan bij landmeting waarbij vanuit een punt de positie van een ander punt wordt bepaald dmv hoek- en afstandsmeting.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringscurve
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Werkingsbereik
- Beschrijving
- Vereisten opdat een Systeem normaal functioneert.
- Gebruik
- Slaat op zaken als onderhoud of de vereiste netspanning en de eventuele bijkomende condities, bv om de 3 weken is onderhoud nodig (door een gespecialiseerde firma) of de spanning op het net voor de voeding vh Systeem moet tussen 110 en 230 Volt liggen (bij normaal verbruik).
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: conditie, kenmerk.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
conditie
|
Conditie | 1..* | Voorwaarde waaronder het normaal functioneren geldt. | ||
kenmerk
|
Werkingskenmerk | 1 | Aspect van het Werkingsbereik dat wordt beschouwd. |
Werkingskenmerk
- Beschrijving
- Aspect van het Systeem dat zijn Werkingsbereik bepaalt.
- Gebruik
- Bv onderhoud of de netspanning.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
WettelijkKader
- Beschrijving
- Het kader dat vastlegt wat behoort tot de wet.
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Zwad
- Beschrijving
- Doorgaans schuin parallellogram waarbinnen een beeld is opgenomen.
- Gebruik
- Typisch de strook van het aardoppervlak dat de beeldsensor van een vliegtuig of satelliet kan zien en waarbinnen het individuele luchtfoto's of satellietbeelden kan opnemen.
- Subklasse van
- RuimtelijkBemonsteringsobject, Bemonsteringsvlak
- Eigenschappen
- Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Datatypes
3Dobject
- Beschrijving
- Een 3-dimensionele geometrische primitieve.
- Gebruik
- Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. Om een willekeurig punt aan te duiden in de ruimte die het 3Dobject inneemt zijn 3 coördinaten nodig. Een 3DObject heeft daarom lengte, breedte en diepte. Analoog aan de polylijn (di een Curve onstaan door interpolatie tussen twee of meer punten) bestaan er ook in 3 dimensies vormen die gedefinieerd worden door sets van controlepunten. Een 3DObject wordt begrensd door meerdere Vlakken (bv kubus) of door 1 gesloten Vlak (bv bol). Bijkomende grensvlakken vormen mogelijks holtes in het 3DObject. Om binnen- en buitengrenzen te kunnen onderscheiden geldt doorgaans de afspraak dat het 3DObject links ligt van het Vlak waardoor het wordt begrensd.
- Subklasse van
- Geometrie
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Bestandsformaat
- Beschrijving
- Standaard manier waarop informatie wordt gecodeerd voor opslag in een computerbestand.
- Subklasse van
- Formaat
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Curve
- Beschrijving
- Een 1-dimensionele geometrische primitieve.
- Gebruik
- Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Curve zelf gevormd wordt volstaat 1 coördinaat om een punt op de Curve te lokaliseren, bv de afstand langs de Curve vanaf het vertrekpunt. Een Curve heeft dus een lengte maar geen breedte of hoogte, wat niet wegneemt dat ze door de 3D ruimte kan kronkelen. Curves worden doorgaans voorgesteld door polylijnen, dit zijn sets van opeenvolgende punten waarbij de tussenliggende punten van de Curve bekomen worden dmv interpolatie. Als de interpolatiemethode lineair is krijg je een Lijnstring (een hoekige lijn die de opeenvolgende punten verbindt middels een rechte lijn), andere manieren om te interpoleren resulteren in circulaire bogen, cubic splines, Bézier curves etc (waarbij de controlepunten niet noodzakelijk op de Curve liggen). Een Curve wordt begrensd door zijn begin- en eindpunt.
- Subklasse van
- Geometrie
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Dekking
- Beschrijving
- Gebied of periode waarop de data betrekking heeft
- Gebruik
- Voorbeelden van een gebied: een jurisdictie of adminstratieve eenheid of een plaatsnaam of coördinaten. Voorbeelden van een periode: een benoemd tijdperk of datum of datumbereik. OPMERKING: Te substitueren door de klasse of het datatype dat van toepassing, bv Locatie in het geval van een gebied en Periode voor een tijdsaanduiding.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Dimensie
- Beschrijving
- Meetbare omvang van iets.
- Gebruik
- Bv lengte, breedte etc
- Subklasse van
- Formaat
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Formaat
- Beschrijving
- Vorm of omvang van iets.
- Gebruik
- Bv de vorm waarin iets wordt aangeboden (bestandsformaat, programmasjabloon etc), de dimensies van een voorwerp (grootte, afmetingen etc).
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Gegevensdrager
- Beschrijving
- Fysiek opslagmedium waarop gegevens staan of waarop deze kunnen worden opgeslagen.
- Gebruik
- Bv papier, canvas, dvd etc.
- Subklasse van
- Formaat
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Geometrie
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
gml
|
Literal | 0..1 | Geometrie uitgedrukt in gml-formaat. | Gebruik gmlliteral als datatype. | |
opmeting
|
Opmeting | 0..1 | De manier waarop de geometrie werd bepaald. | ||
wkt
|
Literal | 0..1 | Geometrie uitgedrukt in wkt-formaat. | Gebruik wktliteral als datatype. |
Herkomst
- Beschrijving
- Informatie over de bewerkingen die op de data plaatsvonden of de brondata die werd gebruikt bij het produceren van de data.
- Gebruik
- OPMERKING: Meer info over dit datatype in ISO 19115 Geographic Information - Metadata.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Identificator
- Beschrijving
- Informatie gebruikt om een object uniek te identificeren.
- Gebruik
- Uitgangspunt hier is dat deze string door een organisatie wordt toegekend en dat dit gebeurt volgens een welbepaald systeem.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: identificator, toegekend door, toegekend door (String), toegekend op.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
identificator
|
Literal | 0..1 | String gebruikt om het object uniek te identificeren. | Type vd string slaat op het identificatiesysteem (incl de versie ervan), de string zelf op de eigenlijke identificator. | |
toegekend door
|
Agent | 0..1 | Link naar de agent die de identificator heeft uitgegeven. | ||
toegekend door (String)
|
String | 0..1 | Naam vd agent die de identificator heeft toegekend. | ||
toegekend op
|
DateTime | 0..1 | Tijdstip waarop de identificator werd uitgegeven. |
Kwaliteitselement
- Beschrijving
- Component van datakwaliteit.
- Gebruik
- Beschrijft een bepaald aspect van de datakwaliteit, bvb PositioneleNauwkeurigheid, LogischeConsistentie, Volledigheid etc. OPMERKING: Meer info over deze klasse in het applicatieprofiel OSLO Datakwaliteit.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Locatie
- Beschrijving
- Aanduiding van een geografische positie, dmv coördinaten, een toponiem, een adreslabel, een verwijzing naar een plaats/regio of verwijzing naar een adres.
- Gebruik
- Te gebruiken als de manier waarop de geografische positie wordt aangeduid pas zal worden vastgelegd bij implementatie. Is deze manier nu al gekend dan moet dit datatype gesubstitueerd worden door klassen of datatypes zoals Geometrie, GeografischeNaam, Adres etc. OPMERKING: Meer info over deze klassen/datatypes in het applicatieprofiel OSLO Generiek - basis.
- Subklasse van
- Dekking
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Moment
- Beschrijving
- Een 0-dimensionele geometrische primitieve in de tijd.
- Gebruik
- Vergelijkbaar met een Punt in de ruimte, maar ipv een positie in een ruimtelijk referentiesysteem gaat het hier over een punt op de tijdsas. OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:Instant uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Opmeting
- Beschrijving
- Het bepalen van de precieze omvang van iets door het te meten.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: methode, opnamedatum, uitgevoerdDoor.
Eigenschap | Verwacht Type | Kardinaliteit | Beschrijving | Gebruik | Codelijst |
---|---|---|---|---|---|
methode
|
Opmetingmethode | 1 | Aard van de gebruikte methode. | ||
opnamedatum
|
DateTime | 0..1 | Datum waarop de Opmeting plaatsvond. | ||
uitgevoerdDoor
|
Agent | 0..1 | Agent die de Opmeting heeft uitgevoerd. |
Periode
- Beschrijving
- Een 1-dimensionele geometrische primitieve in de tijd.
- Gebruik
- Vergelijkbaar met een Curve in de ruimte, maar ipv een interval tussen twee punten in de ruimte gaat het hier over een interval tussen twee punten op de tijdsas. De bijbehorende tijdsduur is de temporele afstand tussen die twee punten (vergelijkbaar met de afstand tussen twee punten in de ruimte). OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:Interval uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
- Subklasse van
- Dekking
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
PositioneleNauwkeurigheid
- Beschrijving
- Nauwkeurigheid van de positie van de data in een ruimtelijk referentiesysteem.
- Gebruik
- Mate waarin de coördinaten van de gegeven absolute, relatieve of pixel-positie overeenstemmen met de werkelijke coördinaten. Bv percentage positionele fouten groter dan 1 meter. OPMERKING: Meer info over deze klasse in het applicatieprofiel OSLO Datakwaliteit.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Punt
- Beschrijving
- Een 0-dimensionele geometrische primitieve.
- Gebruik
- Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Punt zelf gevormd wordt is geen enkele coördinaat nodig, er is immers maar 1 punt. Een Punt heeft daarom geen breedte, lengte of diepte. OPGELET: dat betekent niet dat een Punt geen coördinaten kan hebben in een ander coördinaatysteem, bv xyz-coördinaten in en 3-assig orthogonaal coördinaatsysteem.
- Subklasse van
- Geometrie
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
TemporeleEntiteit
- Beschrijving
- Abstracte klasse voor temporele objecten.
- Gebruik
- Die temporele objecten zijn temporele geometrische primitieven zoals Moment of Periode. Of het zijn composieten van temporele primitieven, bv om de geschiedenis van een fenomeen weer te geven (bv de opeenvolgende Periodes dat het fenomeen zich voordeed). Te gebruiken wanneer bvb beide temporele geometrische primitieven mogelijk zijn. OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:TemporalEntity uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
Vlak
- Beschrijving
- Een 2-dimensionele geometrische primitieve.
- Gebruik
- Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Vlak zelf wordt gevormd heb je minimaal twee coördinaten nodig om een willekeurig punt aan te duiden, bv de lengtegraad en de breedtegraad als het Vlak een bol is. Een Vlak heeft een lengte en een breedte. Analoog aan de polylijn (di een Curve onstaan door interpolatie tussen twee of meer punten) bestaan er ook in 2 dimensies vormen die gedefinieerd worden door sets van controlepunten, bv een cirkel wordt gedefinieerd door zijn middelpunt (en de straal). Een Vlak wordt begrensd door Curves, bv in het eenvoudigste geval door 1 gesloten Curve. Is die Curve een Lijnstring dan noemen we het bekomen Vlak een Polygoon. Meedere elementaire Polygonen aaneen (een zgn 3Dmesh) vormen eveneens een Vlak, bv om een oppervlak in de 3-dimensionale ruimte voor te stellen (bv om reliëf te beschrijven). Als de samenstellende vlakken driehoekig zijn spreken we van een TIN (Triangulated Irregular Network). Behalve een buitengrens hebben Vlakken soms ook binnengrenzen die dan gaten in het Vlak vormen. Om binnen- en buitengrenzen van elkaar te kunnen onderscheiden bij het vormen van een Vlak geldt doorgaans de afspraak dat het Vlak links ligt van de Curves waardoor het wordt begrensd.
- Subklasse van
- Geometrie
- Eigenschappen
- Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.
JSON-LD context
(niet normatief)Een herbruikbare JSON-LD context definitie voor dit applicatieprofiel is terug te vinden op: /doc/applicatieprofiel/sensoren-en-bemonstering/kandidaatstandaard/2024-10-01/context/ap-sensoren-en-bemonstering.jsonld
SHACL template
(niet normatief)Een herbruikbare SHACL template definitie voor dit applicatieprofiel is terug te vinden op: /doc/applicatieprofiel/sensoren-en-bemonstering/kandidaatstandaard/2024-10-01/shacl/ap-sensoren-en-bemonstering-SHACL.ttl