Dit document beschrijft een applicatieprofiel, in dit geval Observaties en Metingen (Applicatieprofiel). Dit applicatieprofiel beantwoordt de vraag over hoe het corresponderende domeinmodel in de praktijk kan toegepast worden. Daarbij worden de beperkingen (kardinaliteit, codelijsten) toegelicht en de overeenkomstige (RDF) termen opgelijst.

Samenvatting

Het applicatieprofiel Observaties en Metingen legt uit hoe de terminologie in dit domein moet gebruikt worden om gegevens uit te wisselen over Observaties in het algemeen en Metingen (en andere gespecialiseerde Observaties) in het bijzonder.

Dit applicatieprofiel is gebaseerd op ISO 19156:2011. Het bouwt ook verder op het applicatieprofiel OSLO Ruimtelijke Bereiken.

Observaties worden beschouwd als de activiteit waarbij de waarde ve Kenmerk ve Object wordt vastgesteld.

Meestal is het niet mogelijk om het Object waarin men werkelijk geïnteresseerd is te observeren en observeert men daarom een deel ervan (het Bemonsteringsobject). Dat deel is een representatieve plek (RuimtelijkBemonsteringsobject vh type Punt, Lijn, Vlak, Solid) of een representatief Monster.

Observaties zijn niet altijd Metingen (ttz Observaties met een KwantitatieveWaarde als resultaat), het resultaat kan ook kwalitatief zijn (Classificatie), true/false (Occurence), een aantal (Telling) edm.

Een speciaal geval (met overeenkomstige specifieke modellering) is een Bereik: een gegeven dat varieert in ruimte (y=f(locatie) of RuimtelijkBereik) of tijd (y=f(tijd) of Tijdreeks).

Status van dit document

Dit applicatieprofiel heeft status Ontwerp Standaard en werd uitgegeven op 2021-08-01.

Informatie over het gevolgde proces en de beslissingen om tot deze specificatie te komen zijn beschikbaar in het standaardenregister.

Licentie

Deze specificatie van Digitaal Vlaanderen is gepubliceerd onder de "Modellicentie Gratis Hergebruik - v1.0".

Conformiteit

De conformiteit voor applicatieprofielen is hier te vinden.

Entiteiten

Any

Beschrijving
Instanties van om het even welk type.
Gebruik
Te substitueren door een geschikte klasse of datatype.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Bemonsterings3Dobject

Beschrijving
Een RuimtelijkBemonsteringsobject dat de vorm aanneemt van een 3Dobject.
Gebruik
Van het Object dat men wil observeren wordt in dat geval een representatief driedimensioneel deel beschouwd. Voorbeelden zijn mijnen, lidardpuntenwolken etc.
Subklasse van
RuimtelijkBemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie 3Dobject 1 Geometrie vh Bemonsterings3Dobject.

Bemonsteringscurve

Beschrijving
Een RuimtelijkBemonsteringsobject dat de vorm aanneemt van een Curve.
Gebruik
Van het Object dat men wil observeren wordt in dat geval een representatief lijnvormig deel beschouwd. Voorbeelden zijn trajecten, boorgaten, profielen, intervallen etc. Dikwijls specialiseert de Curve zich tot Lijnstring.
Subklasse van
RuimtelijkBemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie Curve 1 Geometrie vd Bemonsteringscurve.

Bemonsteringsobject

Beschrijving
Deel van het Object dat men wil observeren en dat representatief is voor dat Object.
Gebruik
Het deel waarvan sprake kan fysiek zijn (een Monster) of ruimtelijk (een RuimtelijkBemonsteringsobject). Men observeert een Bemonsteringsobject ipv het werkelijk Object als dat laatste niet in zijn geheel geobserveerd kan worden (bv omdat exhaustieve observatie onpraktisch zou zijn). Het Bemonsteringsobject vormt samen met het Proces dat voor observatie is gebruikt het zgn observatieprotocol. OPGELET: deze klasse is abstract, ze moet gespecialiseerd worden in functie van het applicatiedomein.
Subklasse van
Object
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: bemonsterdObject, geassocieerdBemonsteringsobject, geassocieerdeObservatie, herkomst, identificator, parameter, type.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
bemonsterdObject Object 1..* Verwijzing naar het Object dat men wil bemonsteren. Bv een profiel bemonstert een water- of atmosferische kolom, een peilput bemonstert het water in een watervoerende laag, een weefselstaal bemonstert een deel van een organisme.
geassocieerdBemonsteringsobject Bemonsteringsobject 0..* Ander Bemonsteringsobject waarmee het Bemonsteringsobject geassocieerd is. Bv Bemonsteringspunten langs een Bemonsteringscurve of Monsters genomen op een Bemonsteringspunt of deelmonsters (Monster van een Monster)...
geassocieerdeObservatie Observatie 0..* Observatie die op het Bemonsteringsobject is uitgevoerd.
herkomst Herkomst 0..1 Verwijzing naar de Herkomst van een Bemonsteringsobject. De Herkomst beschrijf de oorsprong en historiek vh Bemonsteringsobject. Bv de manier van monstername of de werkwijze gevolgd bij een veldonderzoek.
identificator Identificator 1..* Verwijzing naar de informatie die het Bemonsteringsobject uniek identificeert. Bv het uniek nummer dat aan een Monster wordt toegekend of het numer van een meetstation.
parameter BenoemdeWaarde 0..* Willekeurig gegeven gassocieerd met het Bemonsteringsobject. Bv een parameter die een aspect van de Bemonstering beschrijft (bv hoogte bij een luchtopname) of een belangrijke omgevingsparameter (bv het waterpeil bij een boring).
type Bemonsteringsobjecttype 0..1 Aard van het Bemonsteringsobject.

BemonsteringsobjectComplex

Beschrijving
Associatie tussen twee Bemonsteringsobjecten.
Gebruik
De Bemonsteringsobjecten maken deel uit van een geheel of het zijn deelmonsters. Bv Bemonsteringspunten langs een Bemonsteringscurve (bv metingen op verschillende diepten in een boorgat), Monsters genomen op eenzelfde Bemonsteringspunt, pixels die deel uitmaken van eenzelfde Scene.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: Bemonsteringsobject (source), Bemonsteringsobject (target), rol.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
Bemonsteringsobject (source) Bemonsteringsobject 1 Referentie naar verbonden klasse.
Bemonsteringsobject (target) Bemonsteringsobject 1 Referentie naar verbonden klasse.
rol GeneriekeNaam 1 Aard van de associatie.

Bemonsteringsobjectverzameling

Beschrijving
Aantal bij elkaar horende Bemonsteringsobjecten.
Gebruik
Bv een reeks grondmonsters verzameld in eenzelfde ontsluiting of een set meetstations die deel uitmaken van eenzelfde meetnet.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: lid.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
lid Bemonsteringsobject 1..* Bemonsteringsobject dat deel uitmaakt van de verzameling van Bemonsteringsobjecten.

BemonsteringsProces

Beschrijving
Proces geassocieerd met het maken van een Bemonsteringsobject.
Gebruik
Het gaat hier over zaken als de manier van Bemonstering (Bemonsteringsprocedure) en het daarbij gebruikte instrumentarium (Bemonsteraar).
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Bemonsteringspunt

Beschrijving
Een RuimtelijkBemonsteringsobject dat de vorm aanneemt van een Punt.
Gebruik
Van het Object dat men wil observeren wordt in dat geval een representatief puntvormig deel beschouwd. Voorbeeld is een (Meet)Station.
Subklasse van
RuimtelijkBemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie Punt 1 Geometrie van het Bemonsteringspunt.

Bemonsteringsvlak

Beschrijving
Een RuimtelijkBemonsteringsobject dat de vorm aanneemt van een Vlak.
Gebruik
Van het Object dat men wil observeren wordt in dat geval een representatief vlakvormig deel beschouwd. Voorbeelden zijn kwadranten, scties, stroken, scenes etc.
Subklasse van
RuimtelijkBemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie Vlak 1 Geometrie van het Bemonsteringsvlak.

Classificatie

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat categorisch is.
Gebruik
Typisch bij Observaties waarbij getracht wordt de geobserveerdeObjecten in te delen volgens een bepaald classificatiesysteem. Bv het determineren van een plant, het bepalen van het bodemtype, het klasseren op kleur. Datatype vh resultaat is een naam in een of andere naamruimte, typisch een waarde uit een codelijst, bij voorkeur uniek aangeduid dmv een URI.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat NaamInNaamruimte 1 Resultaat van de Classificatie.

ComplexeObservatie

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat complex is.
Gebruik
Het resultaat van een Observatie kan soms niet voorgesteld worden dmv een primitief datatype zoal een Integer of een URI, soms is een meer complexe structuur nodig. Bv de opsomming van stoffen waaruit een monster is samengesteld bij een spectrometrie. Datatype is een Record en kan dus diverse vormen aannemen al naargelang het geval.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat Record 1 Resultaat van de ComplexeObservatie.

DiscreetBereik

Beschrijving
Een fenomeen dat discreet varieert in ruimte of tijd.
Gebruik
De waarde van een bepaald fenomeen kan een constante zijn (bv kleur) of kan variëren in functie van een andere parameter (bv de lengte van een treinspoor is functie van de temperatuur). Als het fenomeen varieert in ruimte of tijd spreken we van een bereik, bv de temperatuur verandert met de locatie of wijzigt doorheen de tijd. Als het fenomeen bovendien varieert in stappen dan hebben we te maken met een DiscreetBereik. In tegenstelling tot een ContinuBereik waarbij voor elk punt binnen het onderzocht gebied of voor elk punt op de tijdsas een waarde kan worden vastgesteld, is bij een DiscreetBereik de waarde enkel gekend voor een eindige set van punten of deelgebieden. Bv bij remote sensing is de waarde gekend voor de pixels van het beeld (waarbij de vastgestelde waarde, bv de reflectiegraad, dezelfde is voor elk punt binnen eenzelfde pixel). De opdeling kan kunstmatig zijn (zoals het geval met de pixels of bv bij sampling van een gebied dmv meetpunten) of natuurlijk (bv aantal inwoners per gemeente, waarbij het aantal inwoners uiteraard niet varieert binnen de gemeentegrens). Dmv interpolatie kan een DiscreetBereik worden omgezet in een ContinuBereik, de meetpunten vormen dan ahw de controlepunten van de interpolatiefunctie.
Subklasse van
Bereik
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: element.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
element GeometrieWaardepaar 0..* Onderdeel van het Bereik. Concreet het discrete deel van het bereik waarvoor de waarde vh fenomeen gekend is. Bv een pixel en de waarde vd pixel.

DiscreetBereikObservatie

Beschrijving
Observatie waarvan het resultaat discreet varieert in ruimte of tijd.
Gebruik
Een fenomeen kan variëren in functie van een parameter (bv de lengte van een treinspoor varieert met de temperatuur), als die parameter ruimte of tijd is spreken we van een bereik. Gebeurt de variatie stapsgewijs dan hebben we een DiscreetBereik. Het kan dat het fenomeen werkelijk discreet varieert, bv “aantal inwoners per gemeente” waarbij het fenomeen het inwonersaantal is en de gemeenten de ruimte opdelen in discrete stukken. In de context van Observaties en Metingen echter gaat het doorgaans om een bewuste opdeling in stukjes ruimte of tijd waarbij bv een Meting plaatsvindt om de x meter of om de y minuten. Dat gebeurt om voor de hand liggende praktische redenen. Aan elk van de stukjes wordt een waarde toegekend die niet varieert binnen dat stuk. Bv een remote sensing beeld geeft de variatie van kleur weer dmv pixels, of een bodemprofiel de opeenvolgende gesteentelagen. Een typisch geval ook is een set van meetpunten, bv een verzameling temperatuurmetingen verspreid over een gebied. Doorgaans worden deze punten gebruikt om dmv interpolatie het DiscreetBereik om te zetten in een ContinuBereik (waarbij voor om het even welk punt in het gebied een temperatuur kan worden gegeven). De meetpunten kunnen ook punten op de tijdsas zijn, bv temperatuurmetingen op één plek op verschillende opeenvolgende tijdstippen. OPMERKING: Een analoog resultaat kan worden bekomen door afzonderlijke Observaties uit te voeren op een reeks Bemonsteringsobjecten, typisch wanneer de meetpunten objecten op zich zijn (bv weerstations) en ook voor andere Observaties worden gebruikt.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat DiscreetBereik 1 Resultaat van de DiscreetBereikobservatie.

DiscreetPuntbereik

Beschrijving
DiscreetBereik waarbij het fenomeen puntgewijs varieert in de ruimte.
Gebruik
Het fenomeen komt enkel voor op bepaalde puntlocaties in een gebied (bv exemplaren van een bepaalde plantensoort) of werd enkel bepaald voor een welgekozen set van puntlocaties (bv reflectiegraad op een regelmatig rooster van meetpunten).
Subklasse van
DiscreetBereik
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: element.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
element PuntWaardepaar 0..* Onderdeel van het Bereik. Concreet het discrete deel van het bereik waarvoor de waarde vh fenomeen gekend is. Bv een meetpunt en de waarde in dat meetpunt.

GeometrieObservatie

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat een geometrie is.
Gebruik
Dit is het geval bij Observaties die vorm en of positie van een fenomeen meten, bv de perimeter van een perceel, de diepte van een fenomeen. Resultaat is een Geometrie, doorgaans een geometrische primitieve zoals een Punt, Lijnstring of Polygoon die dmv coördinaten in een ruimtelijk referentiesysteem vorm en positie beschrijft.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat Geometrie 1 Resultaat van de GeometrieObservatie.

Kenmerktype

Beschrijving
Klasse die kenmerken van instanties van om het even welk type vertegenwoordigt.
Gebruik
In de context van Observaties en Metingen is dit een kenmerk van het geobseveerdObject (of van het bemonsterdObject of een onderdeel daarvan) en in principe van alle instanties van dat type geobserveerdObject. Bv Lichaamstemperatuur, Lithologie, ChemischeSamenstelling (resp van een Persoon, een GeologischeEenheid en - meer indirect - van een Monster genomen op een bepaalde plek in een Rivier).
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Maat

Beschrijving
Een (af)gemeten hoeveelheid ve bepaalde grootheid, uitgedrukt in een bepaalde eenheid.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: maat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
maat KwantitatieveWaarde 1 De hoeveelheid.

Metadata

Beschrijving
Data over data.
Gebruik
Observaties kunnen beschouwd worden als gegevens en dus zijn data over Observaties wel degelijk metadata. Omdat al heel wat metagegevens elders in het model kunnen worden meegegeven beperkt deze klasse zich tot beschrijvende metadata, ttz informatie zoals titel, samenvatting, auteur en sleutelwoorden. Dergelijke metadata is in hoofdzaak bedoeld voor identificatie en datacatalogen. OPMERKING: Een meer uitgebreide beschrijving is te vinden in het applicatieprofiel OSLO-SensorenEnBemonstering.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Meting

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat kwantitatief is.
Gebruik
Doorgaans bij een Observatie waar getracht wordt de kwantatieve waarde van een bepaalde grootheid te bepalen. Bv het wegen van een steenmonster, het meten van de watertemperatuur, het bepalen van de ph van een bodemstaal. Het datatype vh resultaat is een KwantitatieveWaarde, ttz een waarde en een eenheid. De grootheid waarvan sprake is het geobserveerdKenmerk.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat Maat 1 Resultaat van de Meting.

Monster

Beschrijving
Fysiek staal genomen van een object.
Gebruik
Bedoeld om ex situ te worden geobserveerd, bv in een labo, omdat de vereiste meetaparatuur niet ter plaatse kan worden gebracht of omdat het werkelijk te observeren Object niet kan worden verplaatst of niet rechtstreeks bereikbaar is. OPMERKING: Meer info over deze klasse in het AP Observaties en Metingen.
Subklasse van
Bemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: bemonsteringsmethode, bemonsteringsplaats, bemonsteringstijdstip, grootte, huidigeLocatie, materiaalklasse, monstertype, verwerkingsdetails.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
bemonsteringsmethode BemonsteringsProces 1 Manier waarop het Monster is verkregen uit het bemonsterd Object.
bemonsteringsplaats Geometrie 0..1 Locatie waar het Monster werd genomen. Dit attribuut is overbodig als met het Monster een Bemonsteringsobject geassocieerd is dat ondubbelzinnig de locatie aanduidt, bv het meetstation waar het Monster is genomen. Is de locatie van dat Bemonsteringsobject niet eenduidig dan kan met dit attribuut de relatieve locatie tov dat object worden beschreven, bv de locatie binnen de Ontsluiting (RuimtelijkBemonsteringsobject) of de plaats in de boorkern (zelf een Monster) waar het Monster werd genomen.
bemonsteringstijdstip TemporeleEntiteit 1 Tijdstip waarop het monster werd verkregen uit het bemonsterdObject.
grootte Maat 0..1 Fysieke omvang van het Monster. Bv lengte, massa, volume etc al naargelang de aard vh Monster.
huidigeLocatie Locatie 0..1 Locatie vh Monster. Typisch de plek waar het monster wordt bewaard (evt tot op het niveau van de plank of lade in het magazijn).
materiaalklasse GeneriekeNaam 1 Aard van het materiaal waaruit het Monster bestaat. Volgens een basisclassificatie, bv bodem, water, steen, vloeibaar, vloeistof, stof, plantaardig, voedsel.
monstertype GeneriekeNaam 0..1 Vorm waarin het Monster werd bekomen; Bv boorkern, oplossing, pulp, schijf etc.
verwerkingsdetails BemonsteringsProces 0..* TODO TODO

Monstervoorbereiding

Beschrijving
Het prepareren van een Monster voorafgaand aan de Observatie.
Subklasse van
Bemonstering
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: BemonsteringsProces, Monster, procesoperator, tijdstip.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
BemonsteringsProces BemonsteringsProces 1 Referentie naar verbonden klasse.
Monster Monster 1 Referentie naar verbonden klasse.
procesoperator BetrokkenPartij 0..1 Agent die de voorbereiding uitvoert.
tijdstip TemporeleEntiteit 1 Moment waarop de voorbereiding gebeurt.

Object

Beschrijving
Klasse die instanties van om het even welk type vertegenwoordigt.
Gebruik
In de context van Observaties en Metingen is dit het geobserveerdObject waarvan een kenmerk wordt geobserveerd. Het geobserveerdObject kan ook een Object zijn dat de werkelijkheid bemonstert (subklasse Bemonsteringsobject). OPGELET: deze klasse is abstract, ze moet gespecialiseerd worden in functie van het applicatiedomein.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: waardeverschaffer.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
waardeverschaffer Observatie 0..* Observaties die op het Object gebeuren.

Observatie

Beschrijving
Het vaststellen van de waarde van een bepaald kenmerk van een Object op een bepaald tijdstip of tussen twee tijdstippen.
Gebruik
Het gaat om schattingen van de waarde, maw op de waarde zit een zekere foutmarge. Voorbeelden zijn temperatuur, klasse, kleur. Dit is verschillend van waarden die zijn toegekend en dus geen schattingen zijn zoals naam of prijs.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: fenomeentijd, geassocieerdeObservatie, geldigeTijd, geobserveerdKenmerk, geobserveerdObject, identificator, metadata, opdracht, parameter, procedure, resultaat, resultaatkwaliteit, resultaattijd, type, uitgevoerdDoor.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
fenomeentijd TemporeleEntiteit 1 Het moment waarop het resultaat van de Observatie van toepassing was. Typisch het moment waarop geobserveerd of bemonsterd werd. Als de Observatie temporeel is en het moment waarop iets plaatsvindt wordt geregistreerd dan is dit meteen ook de fenomeentijd.
geassocieerdeObservatie Observatie 0..* Observaties waarvan de resultaten op een of andere manier samenhangen. Het gaat om samenhang die van belang is om het resultaat van individuele Observaties te begrijpen, bv biotische relaties (dier A is roofdier en is aanwezig omdat dier B prooi voorkomt). Dergelijke relaties vereisen expliciet te worden beschreven (in tegenstelling tot relaties zoals het samenvallen van resultaten van Observaties in ruimte of tijd die impliciet mogen blijven). Ook nuttig voor relaties waarbij de output van Observatie A de input vormt voor Observatie B.
geldigeTijd Periode 0..1 Periode waarvoor het resultaat van de Observatie geldt. Bv nuttig voor weersvoorspellingen.
geobserveerdKenmerk Kenmerktype 1 Kenmerk dat men observeert vh geobserveerdObject. Soms is de procedure waarmee de waarden vh kenmerk worden bekomen indirect, ttz men meet om praktische reden een ander kenmerk dat een proxy is voor het kenmerk dat men werkelijk wil observeren. Bv om de vegetatie in een gebied te achterhalen meten we de kleurreflectie op het aardoppervlak. CONSTRAINT: Het geobserveerdKenmerk moet werkelijk een kenmerk zijn van het geobserveerdObject of van een (onder)deel ervan. Bv de zuurtegraad van een Bron is eigenlijk de zuurtegraad van het Waterlichaam van de Aquifer die door de Bron is aangeboord.
geobserveerdObject Object 1 Object dat men observeert. Dat kan het Object zelf zijn of een proxy ervan, ttz een Bemonsteringsobject. OPMERKING: In dat laatste geval weet men soms pas na het observeren welke real-world Objecten men juist geobserveerd heeft.
identificator Identificator 0..* De persoon of het ding dat dient om de observatie vast te stellen.
metadata Metadata 0..1 Verwijzing naar Metadata over de Observatie. TODO
opdracht Opdracht 0..* Opdracht in het kader waarvan de Observatie plaatsvindt. Bv de Opdracht voor een veldonderzoek of voor het uitvoeren van specifieke Metingen of analyses van een Monster.
parameter BenoemdeWaarde 0..* Willekeurig gegeven gassocieerd met het gebeuren van de Observatie. Het gaat hier niet om kenmerken van het geobserveerdObject (die worden al beschreven door het geobserveerdKenmerk) of om parameters geassocieerd met het observatieproces (zoals een instelling van een instrument). Het gaat hier bv om omgevingsparameters die het resultaat kunnen beïnvloeden en van belang zijn om het resultaat correct te interpreteren. Een voorbeeld is de diepte in een waterput waarop de waterkwaliteit is gemeten of de omgevingstemperatuur bij het meten van de vochtigheidsgraad.
procedure Proces 1 Verwijzing naar het Proces waarmee het resultaat van een Observatie is bekomen. TODO
resultaat Any 1 De waarde van het geobserveerdeKenmerk als resultaat van de Observatie. Het resultaat kan van om het even welk type zijn aangezien om het even welk Kenmerk van om het even welk type Object kan worden geobserveerd. CONSTRAINT: Het type van het resultaat van de Observatie moet kloppen met het geobserveerdKenmerk en de verkregen waarde moet binnen het bereik vallen van het geobserveerdKenmerk.
resultaatkwaliteit Kwaliteitselement 0..* Mate waarin het resultaat van de Observatie voldoet aan de vereisten of verwachtingen. Het gaat hier om gegevens die eigen zijn aan de Observatie en complementair aan de beschrijving van de procedure die bij de Observatie is gevolgd (analysemethode edm, zie klasse Proces) wat op zich ook al iets zegt over de kwaliteit van het resultaat.
resultaattijd Moment 1 Tijdstip waarop het resultaat van de Observatie werd bekomen. Is voor sommige Observaties gelijk aan de fenomeentijd maar kan ook verschillen, bv bij het uitvoeren van een analyse op een Monster dat eerder (en doorgaans dan ook eders) werd genomen of bij sensormetingen die pas later worden verwerkt. Ook bruikbaar om herhaalde Observaties bv op eenzelfde Monster uiteen te houden. Is het resultaat een voorspelling dan is de fenomeentijd het moment waarop deze van toepassing zou moeten zijn.
type Observatietype 0..* Het type van observatie.
uitgevoerdDoor Agent 0..* Agent die de Observatie heeft uitgevoerd.

Observatiecontext

Beschrijving
Verdere beschrijving van de samenhang tussen twee Observaties.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: Observatie (source), Observatie (target), rol.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
Observatie (source) Observatie 1 Referentie naar verbonden klasse.
Observatie (target) Observatie 1 Referentie naar verbonden klasse.
rol GeneriekeNaam 1 Aard van de samenhang. Bv Observatie A "isInputVoor" Observatie B, Observatie A "verklaart" het resultaat van Observatie B.

Proces

Beschrijving
Opeenvolgende acties of stappen noodzakelijk om een resultaat te bekomen.
Gebruik
In deze contextde manier waarop het resultaat van een Observatie is verkregen. Dat kan dmv een instrument of een sensor zijn; maar het kan ook een menselijke observator zijn of een simulatie of een verwerking of algoritme toegepast op meer primitieve resultaten. Het Proces vormt samen met het Bemonsteringsobject dat is gebruikt het zgn observatieprotocol. OPGELET: deze klasse is abstract, ze moet gespecialiseerd worden in functie van het applicatiedomein.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: gegenereerdeObservatie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
gegenereerdeObservatie Observatie 0..* Verwijzing naar de verkregen Observatie. Het Proces dat gebruikt werd om het resultaat van de Observatie te verkrijgen levert mogelijk ook resultaten voor andere Observaties.

PuntBereikObservatie

Beschrijving
DiscreetBereikObservatie waarbij het fenomeen puntgewijs varieert in de ruimte.
Gebruik
Het kan gaan om de observatie van een fenomeen dat werkelijk enkel voorkomt op bepaalde punten in het onderzochte gebied (bv exemplaren van een bepaalde plantensoort) of een fenomeen waarvan de waarde enkel gemeten werd op bepaalde representatieve punten (bv reflectiegraad volgens een regelmatig rooster van meetpunten). Resultaat van een PuntbereikObservatie is een DiscreetPuntbereik, concreet is dit een set van PuntWaardeparen.
Subklasse van
DiscreetBereikObservatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat DiscreetPuntbereik 1 Resultaat van de Puntbereikobservatie.

Record

Beschrijving
Basis datastructuur bestaande uit een collectie van velden van mogelijk verschillende datatypes, typisch een vast aantal in een bepaalde volgorde.
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

RuimtelijkBemonsteringsobject

Beschrijving
Ruimtelijk begrensd deel van het Object dat men observeert en dat representatief wordt geacht voor dat Object.
Gebruik
Wordt gebruikt als het geobserveerd Object een zekere omvang heeft waardoor het niet in zijn geheel geobserveerd kan worden. Afhankelijk van de toegankelijkheid van het Object en de aard van de variatie van het geobserveerd Kenmerk binnen het Object, wordt gekozen voor een RuimtelijkBemonsteringsobject in 1, 2 of 3 dimensies.
Subklasse van
Bemonsteringsobject
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: gehostPlatform, geometrie, positioneleNauwkeurigheid.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
gehostPlatform Proces 0..* Procedure die of instrument dat in of op het RuimtelijkBemonsteringsobject is geïnstalleerd. Bv een Procedure vh type "MonitoringWaterkwaliteit" die doorlopend in een meetstation wordt uitgevoerd of een Toestel vh type "Windmeter" dat daar is geïnstalleerd.
geometrie Geometrie 1 Geometrie van het RuimtelijkBemonsteringsobject.
positioneleNauwkeurigheid PositioneleNauwkeurigheid 0..2 Nauwkeurigheid waarmee de geometrie is bepaald. Kardinaliteit is maximaal 2 opdat zowel horizontale als verticale positionele nauwkeurigheid zou kunnen worden opgegeven. Bv voor de horizontale nauwkeurigheid ve Bemonsteringspunt: straal vd cirkel rond het gemeten punt waarin met 90% zekerheid de werkelijke positie ligt.

Telling

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat een aantal is.
Gebruik
Doorgaans bij een Observatie waar het belang van een fenomeen te bepalen door te tellen hoe vaak het voorkomt. Bv het observeren vd opkomst bij een verkiezing, het tellen van bio-indicatoren in een watermonster. Datatype vh resultaat is een Integer.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat Integer 1 Resultaat van de Telling.

TemporeelMomentBereik

Beschrijving
DiscreetBereik waarbij het fenomeen puntsgewijs varieert in de tijd.
Gebruik
Het fenomeen komt enkel voor op bepaalde momenten in een bepaalde periode (bv ongevallen op een kruispunt) of werd enkel bepaald voor een welgekozen set van momenten (bv temperatuur om de 15 minuten).
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

TemporeleObservatie

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat temporeel is.
Gebruik
Dit is het geval bij Observaties die tijd meten, bv de chrono van een sportprestatie, de duur van een bepaalde toestand, de periode waarin een fenomeen zich voordoet. Datatype vh resultaat is een TemporeleEntiteit, ttz een primitieve zoals Moment of Periode of een samenstelling van dergelijke primitieven.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat TemporeleEntiteit 1 Resultaat vd TemporeleObservatie.

Tijdreeksobservatie

Beschrijving
DiscreetBereikobservatie waarbij het fenomeen puntsgewijs varieert in de tijd.
Gebruik
Het kan gaan om de observatie van een fenomeen dat zich werkelijk enkel voordoet op bepaalde momenten in de onderzochte periode (bv tijdstippen waarop een ongeval plaatsvond op kruispunt x) of een fenomeen waarvan de waarde enkel gemeten werd op bepaalde representatieve momenten (bv temperatuur om de 15 minuten). Resultaat van een Tijdreeksobservatie is een TemporeelMomentbereik, concreet is dit een set van tijdstip-waarde paren.
Subklasse van
DiscreetBereikObservatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat TemporeelMomentBereik 1 Resultaat van de Tijdreeksobservatie.

WaarheidsObservatie

Beschrijving
Observatie waarbij het resultaat booleaans is.
Gebruik
Normaal gezien bij Observaties waar gekeken wordt of een bepaald fenomeen zich al dan niet voordoet. Bv het voorkomen van een bedreigde diersoort, de aanwezigheid van een defect. Datatype vh resultaat is een Boolean.
Subklasse van
Observatie
Eigenschappen
Voor deze entiteit zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: resultaat.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
resultaat Boolean 1 Resultaat van de Waarheidsobservatie.

Datatypes

3Dobject

Beschrijving
Een 3-dimensionele geometrische primitieve.
Gebruik
Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. Om een willekeurig punt aan te duiden in de ruimte die het 3Dobject inneemt zijn 3 coördinaten nodig. Een 3DObject heeft daarom lengte, breedte en diepte. Analoog aan de polylijn (di een Curve onstaan door interpolatie tussen twee of meer punten) bestaan er ook in 3 dimensies vormen die gedefinieerd worden door sets van controlepunten. Een 3DObject wordt begrensd door meerdere Vlakken (bv kubus) of door 1 gesloten Vlak (bv bol). Bijkomende grensvlakken vormen mogelijks holtes in het 3DObject. Om binnen- en buitengrenzen te kunnen onderscheiden geldt doorgaans de afspraak dat het 3DObject links ligt van het Vlak waardoor het wordt begrensd.
Subklasse van
Geometrie
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

BenoemdeWaarde

Beschrijving
Generieke, zwak getypeerde waarde.
Gebruik
In essentie een waarde en de naam vh type van de waarde. Bv een temperatuur van 21graden Celcius (waarde = 21 graden Celcius, naam = temperatuur).
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: naam, waarde.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
naam GeneriekeNaam 1 Naam vh type van de waarde.
waarde Any 1 Kwalitatieve of kwantitatieve invulling van de waarde.

BetrokkenPartij

Beschrijving
Identificatie van of contactinfo van de Persoon of Organisatie geassocieerd met de dataset.
Gebruik
OPMERKING: Meer info over dit datatype in ISO 19115:2003 Geographic information - Metadata
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Curve

Beschrijving
Een 1-dimensionele geometrische primitieve.
Gebruik
Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Curve zelf gevormd wordt volstaat 1 coördinaat om een punt op de Curve te lokaliseren, bv de afstand langs de Curve vanaf het vertrekpunt. Een Curve heeft een lengte maar geen breedte of hoogte, wat niet wegneemt dat ze door de 3D ruimte kan kronkelen. Curves worden doorgaans voorgesteld door polylijnen, dit zijn sets van opeenvolgende punten waarbij de tussenliggende punten van de Curve bekomen worden dmv interpolatie. Als de interpolatiemethode lineair is krijg je een Lijnstring (een hoekige lijn die de opeenvolgende punten verbindt middels een rechte lijn), andere manieren om te interpoleren resulteren in circulaire bogen, cubic splines, Bézier curves etc (waarbij de controlepunten niet noodzakelijk op de Curve liggen). Een Curve wordt begrensd door zijn begin- en eindpunt.
Subklasse van
Geometrie
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

GeneriekeNaam

Beschrijving
Abstracte klasse van alle namen in een naamruimte.
Gebruik
Subtypes zijn LokaleNaam en NaamInNaamruimte (resp een naam zonder en een naam met vermelding van een naamruimte). Datatype van LokaleNaamaam is bvb String of Taalstring, datatype van NaamInNaamruimte is bvb URI. OPMERKING: Meer info over dit datatype in ISO 19103 Geographic Information - Conceptual schema language.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Geometrie

Beschrijving
Vorm- en positiekenmerken van een object.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: gml, opmeting, wkt.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
gml GetypeerdeString 0..1 Geometrie uitgedrukt in gml-formaat. Gebruik gmlliteral als datatype.
opmeting Opmeting 0..1 Het bepalen van de precieze omvang van iets door het te meten.
wkt GetypeerdeString 0..1 Geometrie uitgedrukt in wkt-formaat. Gebruik wktliteral als datatype.

GeometrieWaardepaar

Beschrijving
Element van een DiscreetRuimtelijkBereik.
Gebruik
Een GeometrieWaardepaar beschrijft de geometrie van een stuk van de ruimte (Punt, Lijn, Vlak etc.) of de tijd (Moment, Periode etc.) en de waarde van een continu variërend fenomeen die men voor dat stuk heeft vastgesteld. Bv de waarde van een pixel in een luchtfoto of de temperatuur in een meetstation op een bepaald tijdstip.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie, waarde.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie Domeinobject 1 Geometrie van het element. Datatype is DomeinObject, te substitueren resp door Geometrie of subklassen daarvan of door TemporeleEntiteit of subklassen daarvan.
waarde Record 1 Waarde van het element.

Getal

Beschrijving
Aanduiding van een hoeveelheid.
Gebruik
OPMERKING: Te substitueren door de primitieve datatypes waarmee een hoeveelheid kan worden aangeduid. Zie xsd datatypes Integer, Float, Decimal, Double etc.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Herkomst

Beschrijving
Informatie over de bewerkingen die op de data plaatsvonden of de brondata die werd gebruikt bij het produceren van de data.
Gebruik
OPMERKING: Meer info over dit datatype in ISO 19115 Geographic Information - Metadata.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Identificator

Beschrijving
Informatie gebruikt om een object uniek te identificeren.
Gebruik
Uitgangspunt hier is dat deze string door een organisatie wordt toegekend en dat dit gebeurt volgens een welbepaald systeem. OPMERKING: Meer info over dit datatype in het applicatieprofiel OSLO Generiek - basis.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Kwaliteitselement

Beschrijving
Component van datakwaliteit.
Gebruik
Beschrijft een bepaald aspect van de datakwaliteit, bvb PositioneleNauwkeurigheid, LogischeConsistentie, Volledigheid etc. OPMERKING: Meer info over deze klasse in het applicatieprofiel OSLO Datakwaliteit.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

KwantitatieveWaarde

Beschrijving
Aanduiding van de kwantiteit van een bepaald kenmerk van een object.
Gebruik
Bv de hoogte van een object,het gewicht,de temperatuur etc. Het gaat om een kenmerk dat numeriek uitgedrukt kan worden en in een bepaalde eenheid. Kwalitatieve aanduidingen zoals hoog,laag ed vallen hier dus niet onder.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: eenheid, standaard eenheid, waarde.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
eenheid String 0..1 De eenheid waarin de waarde is uitgedrukt. Te gebruiken als geen standaard eenheid gekend is.
standaard eenheid StandaardEenheid 0..1 De gestandaardiseerde eenheid waarin de waarde is uitgedrukt.
waarde Getal 1 Getal waarmee de kwantiteit van het kenmerk kan worden uitgedrukt.

Locatie

Beschrijving
Aanduiding van een geografische positie, dmv coördinaten, een toponiem, een adreslabel, een verwijzing naar een plaats/regio of verwijzing naar een adres.
Gebruik
Te gebruiken als de manier waarop de geografische positie wordt aangeduid pas zal worden vastgelegd bij implementatie. Is deze manier nu al gekend dan moet dit datatype gesubstitueerd worden door klassen of datatypes zoals Geometrie, GeografischeNaam, Adres etc. OPMERKING: Meer info over deze klassen/datatypes in het applicatieprofiel OSLO Generiek - basis.
Subklasse van
Dekking
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Moment

Beschrijving
Een 0-dimensionele geometrische primitieve in de tijd.
Gebruik
Vergelijkbaar met een Punt in de ruimte, maar ipv een positie in een ruimtelijk referentiesysteem gaat het hier over een punt op de tijdsas. OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:Instant uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

NaamInNaamruimte

Beschrijving
Naam met vermelding van een naamruimte.
Gebruik
Datatype is typisch een URI. OPMERKING: Meer info over dit datatype in ISO 19103 Geographic Information - Conceptual schema language.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Periode

Beschrijving
Een 1-dimensionele geometrische primitieve in de tijd.
Gebruik
Vergelijkbaar met een Curve in de ruimte, maar ipv een interval tussen twee punten in de ruimte gaat het hier over een interval tussen twee punten op de tijdsas. De bijbehorende tijdsduur is de temporele afstand tussen die twee punten (vergelijkbaar met de afstand tussen twee punten in de ruimte). OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:Interval uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
Subklasse van
Dekking
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

PositioneleNauwkeurigheid

Beschrijving
Nauwkeurigheid van de positie van de data in een ruimtelijk referentiesysteem.
Gebruik
Mate waarin de coördinaten van de gegeven absolute, relatieve of pixel-positie overeenstemmen met de werkelijke coördinaten. Bv percentage positionele fouten groter dan 1 meter. OPMERKING: Meer info over deze klasse in het applicatieprofiel OSLO Datakwaliteit.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Punt

Beschrijving
Een 0-dimensionele geometrische primitieve.
Gebruik
Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Punt zelf gevormd wordt is geen enkele coördinaat nodig, er is immers maar 1 punt. Een Punt heeft daarom geen breedte, lengte of diepte. OPGELET: dat betekent niet dat een Punt geen coördinaten kan hebben in een ander coördinaatysteem, bv xyz-coördinaten in en 3-assig orthogonaal coördinaatsysteem.
Subklasse van
Geometrie
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

PuntWaardepaar

Beschrijving
Waarde van een punt.
Subklasse van
GeometrieWaardepaar
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn de volgende eigenschappen gedefinieerd: geometrie.
Eigenschap Verwacht Type Kardinaliteit Beschrijving Gebruik Codelijst
geometrie Punt 1 Geometrie van het PuntWaardepaar.

StandaardEenheid

Beschrijving
Eenheid vastgelegd door een standaardiserende organisatie.
Gebruik
Datatype kan een URI zijn of een GetypeerdeString. In het eerste geval wordt verwezen naar op het web gepubliceerde eenheden, bij voorkeur deze van qudt, bv http://qudt.org/vocab/unit/M voor meter. In het geval van een GetypeerdeString gaat de voorkeur naar de UCUM-codes, bv "km/h"^^http://w3id.org/lindt/custom_datatypes#ucumunit.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

TemporeleEntiteit

Beschrijving
Abstracte klasse voor temporele objecten.
Gebruik
Die temporele objecten zijn temporele geometrische primitieven zoals Moment of Periode. Of het zijn composieten van temporele primitieven, bv om de geschiedenis van een fenomeen weer te geven (bv de opeenvolgende Periodes dat het fenomeen zich voordeed). Te gebruiken wanneer bvb beide temporele geometrische primitieven mogelijk zijn. OPMERKING: Meer info in ISO 19108 Geographic Information - Temporal schema. Substitutie door een eenvoudiger equivalent bv time:TemporalEntity uit de W3C Time Ontology is aanbevolen.
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

Vlak

Beschrijving
Een 2-dimensionele geometrische primitieve.
Gebruik
Dimensie is te verstaan in wiskundige zin: het minimum aantal coördinaten nodig om een willekeurig punt voor te stellen dat deel uitmaakt van de primitieve. In het coördinaatsysteem dat door een Vlak zelf wordt gevormd heb je minimaal twee coördinaten nodig om een willekeurig punt aan te duiden, bv de lengtegraad en de breedtegraad als het Vlak een bol is. Een Vlak heeft een lengte en een breedte. Analoog aan de polylijn (di een Curve onstaan door interpolatie tussen twee of meer punten) bestaan er ook in 2 dimensies vormen die gedefinieerd worden door sets van controlepunten, bv een cirkel wordt gedefinieerd door zijn middelpunt (en de straal). Een Vlak wordt begrensd door Curves, bv in het eenvoudigste geval door 1 gesloten Curve. Is die Curve een Lijnstring dan noemen we het bekomen Vlak een Polygoon. Meedere elementaire Polygonen aaneen (een zgn 3Dmesh) vormen eveneens een Vlak, bv om een oppervlak in de 3-dimensionale ruimte voor te stellen (bv om reliëf te beschrijven). Als de samenstellende vlakken driehoekig zijn spreken we van een TIN (Triangulated Irregular Network). Behalve een buitengrens hebben Vlakken soms ook binnengrenzen die dan gaten in het Vlak vormen. Om binnen- en buitengrenzen van elkaar te kunnen onderscheiden bij het vormen van een Vlak geldt doorgaans de afspraak dat het Vlak links ligt van de Curves waardoor het wordt begrensd.
Subklasse van
Geometrie
Eigenschappen
Voor dit datatype zijn geen eigenschappen gedefinieerd.

JSON-LD context

(niet normatief)

Een herbruikbare JSON-LD context definitie voor dit applicatieprofiel is terug te vinden op: /doc/applicatieprofiel/observaties-en-metingen/ontwerpstandaard/2021-08-01/context/ap-observaties-en-metingen.jsonld

SHACL template

(niet normatief)

Een herbruikbare SHACL template definitie voor dit applicatieprofiel is terug te vinden op: /doc/applicatieprofiel/observaties-en-metingen/ontwerpstandaard/2021-08-01/shacl/ap-observaties-en-metingen-SHACL.ttl